Aanbieden opdracht; de opdracht die je krijgt of het leermateriaal dat bestudeerd moet worden. Afhankelijk van de context waarin je leert bijvoorbeeld middels een training, in de klas, tijdens het werk of zelfstudie krijg je dit materiaal aangeboden. Digitaal, verbaal, op papier, in een simulatie, game, legio mogelijkheden.

Vanzelfsprekend is bijna de context waarin de opdracht of het materiaal wordt aangeboden. Wat de individuele leercyclus hier belangrijk onderscheidend maakt, is dat het op een manier wordt aangeboden die het leren makkelijk maakt. Een goed bruikbaar instrument hiervoor zijn de Leervoorkeuren van (Ruijters 2006). Hoe goed past de aangeboden opdracht en de wijze van aanbieden op de individuele leervoorkeur, hiermee inspelend op de manier hoe iemand graag leert. De vijf mogelijke voorkeuren die iemand kan hebben zijn: kunst afkijken, participeren, kennis verwerven, oefenen en ontdekken. Veelal hebben we een of twee voorkeuren en een of twee ‘nakeuren’. Als de aard van het materiaal wel aansluit op de leervoorkeur, dan leren we snel. Als het niet aansluit zijn we binnen 30 seconden afgehaakt. Ook zintuigelijke (sub)modaliteiten zijn hier belangrijk, zoals audio, visueel, mogelijk fysiek (kinesthetisch), zodanig dat dit goed aansluit op het profiel van het individu. Wanneer het een groepsopdracht betreft, is een duidelijke taak en rolverdeling te maken.

 

Het aanbieden van het materiaal via een trainer of docent, boek of digitaal maakt niet veel verschil in de effectiviteit. (Hattie 2009) De toegankelijkheid van het materiaal maakt wel veel uit. Is het beschikbaar op het moment dat de vraag er is? Eigenlijk moeten we kijken naar het aard en het moment van vraag in plaats van het moment van aanbieden. Een belangrijke factor hierbij is beschikbaarheid. Is het altijd beschikbaar, alleen op specifiek tijdslot (bijvoorbeeld tijdens training) of is er beperkte toegang (achter inlog, code, etc.) op het moment dat het nodig is en op het niveau dat nodig is.