uitvoeren opdracht; het uitvoeren van de aangeboden opdracht, het daadwerkelijk doen wat gedaan moet worden. Dit kan zijn het bestuderen van de leerstof en het beantwoorden van vragen hierover, maar ook het uitvoeren door iets te doen, het oefenen met een vaardigheid, het uitvoeren van de opdracht.
Het uitvoeren kan alleen of samen, het liefst in de praktijk van alledag. Natuurlijk wordt veelal tijdens een training de eerste oefening hiermee gedaan, maar de werkelijke transfer of het inslijpen van de vaardigheid gebeurt pas in de praktijk van alledag. Voor wat het waard is wordt hier veel de 70:20:10 verhouding gebruikt; 10% tijdens training, 20 % tijdens directe feedback of coaching, 70% ‘on the job’.

De context of omgeving waarin de opdracht wordt uitgevoerd is belangrijk voor de mate waarin fouten gemaakt kunnen worden en de consequenties die deze hebben (Gee). Ook de aard van wat we leren is kenmerkend (Mosher). De eerste keer iets nieuws proberen werkt goed in een veilige omgeving, waar fouten maken niet afgestraft wordt door de omgeving maar juist gestimuleerd wordt om de grenzen van het mogelijke te verkennen. In het proces van bewust bekwaam worden is het nodig, al dan niet na goede gerichte instructie, dat we durven experimenteren met hoe het voor jouzelf werkt, veel oefenen om de vaardigheid meester te worden. Om vervolgens in directe feedback te krijgen op het hoe goed het proces verloopt, inslijpen van het nieuwe, het andere. bewustwording en bekwaam worden.

Bedrijfsmatig is de keuze te maken tussen ‘live tijdens het werk’ of in een ‘veilige’ trainingssituatie, simulatie, rollen spel, of virtuele omgeving. Om de juiste feedback te kunnen geven moeten we de voortgang in het proces meten; niet alleen de resultaten maar ook de wijze van uitvoeren. We meten zowel binnen de taakopdracht als op gehele leereenheid. Zowel voor het individu als voor de groep. Binnen de taakopdracht is dit nodig om te bepalen hoe iemand het doet en daarover directe feedback te kunnen geven.

 

De mate van begeleiding is afnemend, mede  naar aanleiding van leervoorkeur en opgedane ervaring. De soort van begeleiding is afhankelijk van context en leertempo (in-proces feedback of achteraf). Er moet voldoende begeleidende info zijn conform het leerdoel. Bijvoorbeeld spelregels bij groepsopdracht, hoe omgaan met de impact van groepsdynamica op leervorderingen.